Binnen de AOT is een techniek in gebruik om de verdeling van de adembeweging manueel te beoordelen en objectiveren: de notatie adembereik of MARM (manual assessment respiratory movement). Deze techniek is inmiddels gevalideerd en een internationale tekst is gepubliceerd

Subjectief, maar toch reëel
Deze techniek bestaat uit palpatie van het midden van de rug door een getrainde onderzoeker, die de zijwaartse spreiding van de ribben waarneemt en een beeld vormt van het gebied (‘bereik’) over de romp waarover dit plaatsvindt. Het is dus een subjectieve waarneming, maar opvallend is dat dit niet willekeurig blijkt te zijn. Wanneer de verandering in de verdeling van de adembeweging tijdens diverse toestanden (rond en rechtop zitten, hoog en laag ademen) door twee beoordelaars wordt genoteerd, dan is er een hoge mate van overeenkomst. De ‘interbeoordelaars betrouwbaarheid’ is goed. Dat betekent dat de MARM gebruikt kan worden voor herhaalde meting en beoordeling, bijvoorbeeld tijdens het verloop van een behandeling met AOT. Over het algemeen blijkt een hoog-thoracale ademhaling tijdens AOT naar het midden te verschuiven en dus een betere balans te vertonen.

Beoordeling van hoog-thoracaal ademen
Bovendien blijkt deze notatie even goed of zelfs beter te zijn dan een ‘objectieve’ meting van de adembeweging door middel van een dure methode de ‘lifeshirt’, in die zin, dat het beter kan onderscheiden tussen normaal ademen en ‘hoog-thoracaal’ ademen. Immers, de inadembeweging die omhoog gaat is door een vest om de romp dat alleen de zijwaartse expansie meet, minder goed vast te leggen. De MARM vraagt de waarnemer een beeld te vormen van het bereik en daarmee komt een omhoog gerichte inademing wel in beeld. De notatie stemt over het algemeen goed overeen met de lifeshirt metingen. De MARM blijkt een valide meting te zijn.

Buik / borst of rug?
Behandelaars gebruiken nogal eens klinische beoordeling van de adembeweging, die echter zelden gevalideerd worden. Een van deze is het beoordelen van de buik versus borst ademhaling of ‘hoog versus laag’ ademen. De MARM blijkt evengoed in staat om de adempatronen te karakteriseren en blijkt even praktisch in het gebruik. De MARM is bovendien gevoeliger en nauwkeuriger. Een ander punt is dat beoordeling aan de rugzijde de patiënt minder bewust maakt van de ademhaling en daarom minder willekeurige beïnvloeding uitlokt.
Download pfd

Publicatiedatum: 2 februari 2009
Auteur: J van Dixhoorn
Bron: R. Courtney, J.van Dixhoorn, M. Cohen. Evaluation of breathing pattern: comparison of a manual assessment of respiratory motion (MARM) and respiratory Induction Plethysmography. Applied Psychophysiology and Biofeedback, 2008; 33-2: 91-100